|
||||||||
Laat me even, bij wijze van opening, een open deur intrappen: in Scandinavië wordt tegenwoordig heel boeiende folkmuziek gemaakt. Trouwe lezers van deze kolommen, weten dat al wel even, maar voor wie een beetje nieuw is op dat vlak, kunnen we dat cliché rustig nog even bovenhalen, om het te hebben over deze Himla, de titelloze debuutplaat van het Noors-Deense trio met dezelfde naam. Achter deze naam gaan drie vrouwen schuil, die, om het zacht uit te drukken, de jongste maanden nogal wat indruk maken in en om Kopenhagen. Singer en songwriter Adine Fliid, een nieuwkomer op de Deense scene is half-Deens en half-Noors, celliste Oda Dyrnes, met ook activiteiten binnen Crush String Collective en EPLI, is volop Noors en klarinettiste Siri Iversen is dan weer helemaal Deens en bekend van bands Over Sundet en Bark&Blik. De som van deze delen is dus Deens-Noors en deze debuutplaat -ondersteund door een Crowdfundingcampagne- situeert zich op het punt waar pop, folk, avant-garde en kamermuziek elkaar kruisen. De tien songs, qua teksten allemaal de hand van Fliid, zijn onmiskenbaar gebaseerd op het genre dat doorgaans “singer-songwriter”-muziek genoemd wordt, maar worden in soms vreemde bochten gewrongen, doordat de cello en de klarinet ze op sleeptouw neemt en in deze of gene richting meeneemt en je nu eens in een bijzonder Noors landschap neerzet en dan weer in het iets meer afstandelijke dat eigen is aan het Deens en dat je alleen al aan de klanken en de iets meer kort afgebroken manier van praten kunt herkennen. De Noordse sfeer komt van bij de eerste tonen van “Flo og fjære” en je maakt voor het eerst kennis met het samenspel van cello, stem en klarinet, die je meteen het gevoel geven in een ruime schouwburg of een kerk te zitten en live toe te kijken. Dat enigszins theatrale en recitatieve komt nog meer tot uiting in “Jeg savner et eller andet”, waarin cello en klarinet enkel korte frasen uitstoten en op die manier het nummer -ik begrijp overigens geen jota van het Deens, maar ben wel onder de indruk van de vervormde tweede stam- iets dreigends meegeven. Daarin zit het mooie van de plaat: zelfs voor Deens-onkundigen, weten de drie dames een sfeer te creëren, waarin je graag meegaat, al ben je niet altijd even zeker of je je wel behaaglijk moet/mag voelen bij wat er precies gezongen wordt. Dit rààkt je, al is het overduidelijk ook héél doordacht, ja zelfs uitgekiend. Deze vrouwen weten heel goed dat ze met iets bijzonders bezig zijn en ze zetten dat volop in de verf. Een lied als “Uten Røtter” neemt je dikke vijf minuten mee in een soort muzikaal theater, waar je maar weinig van begrijpt, maar dat wel serieus binnenkomt. Nu ik de plaat zeker tien keer gehoord heb, vind ik ze iedere keer beter, maar wil ik het trio ook méér en méér live kunnen bezig zien. Cello en klarinet zijn immers twee instrumenten waarvan je de trillingen echt wil kunnen voelen. Dat zou me, zo denk ik toch, nog maar laten genieten van een prachtsong als “Lavine”. Nu, pandemiegewijs zal het niet voor meteen zijn dat we de dames hier te zien krijgen en dus stel ik me graag tevreden met de bijzondere en heel mooie plaat en ik mag de dames aanraden, als ze hierheen komen, er voor te zorgen dat ze in een taal die we hier begrijpen, enige toelichting bij de songs kunnen geven. Maar laat dit vooral niet als een punt van kritiek gezien worden: de plaat klinkt geweldig! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||